Nederland heeft prachtige historie in organisatie World Cups

Frits Bakker blikt vooruit met Harry Mathijssen op de UMB World Cup Veghel, 22-28 oktober 2023

17 oktober 2023

VEGHEL – De World Cup cyclus in het driebanden komt dit weekend voor de 28e keer naar Nederland. De topscorer in organisaties van belangrijkste toernooien na de WK’s in het driebanden is Oosterhout met 10 World Cups, gevolgd door Sluiskil met 5, Valkenburg, Barendrecht en Veghel met 3 en Roermond, Bussum en Dongen met 1 World Cup. In totaal zijn vanaf 1986 door de UMB 196 World Cups georganiseerd. Voor Nederland staan 27 World Cups in de lijst van organisaties, Egypte heeft er 22, de Turken 20 World Cups net als de Belgen met Antwerpen/Deurne als hoogste in aantal met 8.

Harry Mathijssen heeft zich met zijn organisatie in Veghel vanaf 2019 in de cyclus gemeld en is van plan om een vaste klant te worden op de World Cup kalender. De Nederlandse enclave kreeg in de eerste drie toernooien Haeng Jik Kim, Dani Sánchez en Torbjörn Blomdahl als winnaars. Dick Jaspers, net onttroond als de jarenlange nummer 1 van de wereld, slaagde er nog niet in de World Cup in Veghel, dus in eigen streek te winnen.

Voor Nederland was Valkenburg de voorloper als organisator in 1986, het eerste jaar van de World Cups. De Japanner Nobuaki Kobayashi won in Valkenburg, dat daarna niet meer terugkeerde op de kalender. De Oosterhoutse organisatie begon zijn serie in 1992 (Rini van Bracht winnaar) en hield dat vol tot en met 2001 (Torbjörn Blomdahl).

De meeste World Cups wereldwijd zijn georganiseerd door Hurghada: 12 in totaal, gevolgd door Porto (11), Oosterhout (10), Berlijn (9), Antwerpen/Deurne en Antalya (8) en Istanbul (7). Het is opvallend hoe vaak de World Cup cyclus neerstreek in een hoofdstad: Berlijn (9), Ho Chi Minh City (6), Seoul, Tokyo, Palma (5), Parijs (4), Athene, Bogota (3), Lisabon (1), Caïro (1), Brussel (1), Ankara (1), Wenen (1) en Mexico City (1).

Harry Mathijssen, die ook plannen heeft om met een team van vrienden en relaties in een van de komende jaren een wereldkampioenschap driebanden te organiseren, voorziet dat zijn Nederlandse organisatie in Veghel inmiddels een mooie plaats zal innemen op deze lange lijst van World Cups. Wij vroegen de organisator om een totale blik op de historie en de cyclus en een voorbeschouwing op zijn World Cup (zondag 22-zaterdag 28 oktober 2023).

 

 

Kozoom/KNBB/Frits Bakker: Wat zegt het voor het Nederlandse biljarten dat het de meeste World Cups heeft georganiseerd van alle landen in de wereld?
Harry Mathijssen: Ik vind dat een groot compliment voor de Nederlandse ondernemersgeest. Het verrast mij eerlijk gezegd dat Nederland zo’n geweldige historie heeft met zo’n lang verleden in de World Cups. Wat ik ervan weet is dat we altijd wel uitblinken in organiseren, zoals ik dat heb gezien in de World Cups in Oosterhout en Sluiskil. We zijn met de biljarters en sponsors in Nederland altijd enthousiast over de komst van World Cups. Ik zie het nu zelf ook weer: heel veel belangstelling van toeschouwers uit alle hoeken van Nederland, van het diepe zuiden tot het hoge noorden. We hebben een reputatie op dat gebied, die proberen wij voort te zetten.

Kozoom/KNBB/FB: De meeste World Cups in Nederland waren in Oosterhout (10). Was dat ook een voorbeeld voor jou met Veghel? Had jij toen al een rol in het Nederlandse biljarten?
Harry Mathijssen: Het was voor mijn tijd, al ben ik er wel eens geweest om te kijken, ook uit zakelijk oogpunt. Het was er druk en gezellig. Ik heb in die jaren het virus te pakken gekregen, het was de start van mijn carrière in biljarten, toen niemand mij nog kende. In de latere jaren heb ik contact gekregen met de mensen van Oosterhout, toen wij voor het eerst de Masters gingen organiseren.

FB: De belangrijkste landen voor het organiseren van World Cups zijn nu Turkije, Korea, Vietnam, Portugal, maar ook nog altijd Nederland. Het is een klein groepje van organisatoren, wat is daar de reden van?
Harry Mathijssen: Dat heeft te maken met de bonden in die landen en met individuele organisatoren. De Koreaanse bond organiseert zelf, de Turken ook, wellicht ook in Vietnam. Wij in onze landen, zoals Nederland, België Frankrijk, maar ook Portugal organiseren meer vanuit individuele biljartfanaten en mensen die graag organiseren. Zoals wij met ons team in Veghel, Jorge Alipio in Portugal, Kurt Ceulemans in België, Xavier Carrer en Joël Switala in Frankrijk. Ik vind het opvallend dat Spanje, toch een groot biljartland, al zo lang niet meer organiseert. Ik weet ook dat er een scheuring is gekomen met UMB en PBA, maar als organisator moet je onafhankelijk zijn. Je moet je niet met politiek bezighouden.

 

 

FB: Wat is het aantrekkelijke voor jou en voor Nederland om een World Cup te organiseren?
Harry Mathijssen: Onze manier van een World Cup organiseren is anders dan bijvoorbeeld in Korea of Vietnam, misschien ook wel Turkije, waar meestal in grote sportzalen wordt gespeeld. Wij hechten aan sfeer en gezelligheid, veel entourage rond het biljarten, met horeca en restaurantjes om de mensen naast het biljarten een mooie dag te geven. Dat is voor ons vaak een drijfveer. Het betekent ook wel, dat het de duurste manier is om een World Cup te organiseren, dus daar heb je meer sponsors voor nodig. Als je in de verre landen komt, dan zijn er standjes van biljartbedrijven en adverteerders. Er wordt gebiljart, maar als het klaar is, gaat iedereen weer snel weg. Ik wil niet zeggen dat bij ons de mensen tot diep in de avond blijven, maar er is toch meer reuring, gezelligheid en ambiance. Het voelt voor ons nog altijd geweldig om een World Cup te mogen organiseren.

FB: Waarom is Nederland ook sportief gezien met Dick Jaspers en Therese Klompenhouwer als jarenlange grote kampioenen, zo’n prominent land in het mondiale driebanden?
Harry Mathijssen: Dick Jaspers en Therese Klompenhouwer zijn fenomenen, die idolaat zijn van hun sport en er ook helemaal voor leven. Fantastische sportmensen, die het door talent en grote inzet, die bezeten zijn van het spel en om te presteren, tot de wereldtop hebben gebracht. Ik heb voor allebei een diep respect. Hoe dat zo is gekomen? Ik denk dat de eredivisie voor teams daaraan heeft geholpen. We hebben in Nederland in de beginjaren de beste teamcompetitie van de wereld gehad met spelers als Blomdahl, Sánchez, Jaspers, Caudron, Zanetti, Merckx en zelfs ook nog Ceulemans. Het Nederlandse biljarten heeft zich mede daardoor omhoog kunnen werken: er was grote concurrentie binnen de teams, je kon elke week tegen de wereldtoppers spelen en ook de wereldtoppers zien spelen. Al die profs hebben het Nederlandse biljarten groot gemaakt. De spelers zijn gevormd en gegroeid door dat hoge niveau.

FB: Waar is het organiseren van een World Cup van afhankelijk: een grote sponsor zoals Jumbo, dat ook bekend is van een beroemde wielerploeg en vanuit het autoracen met Max Verstappen?
Harry Mathijssen: Je mag het zo wel zeggen: geen Jumbo, geen World Cup. We hebben deze sponsor sinds 2016 en nog tot en met 2024. Dat heeft ons op weg gezet naar grote organisaties zoals de World Cups. Het is een sponsor waar winnen, steeds groter en steeds beter worden in het DNA zit. Daar zijn wij graag in meegegaan. We zijn er afhankelijk van en inderdaad, als Jumbo na 2024 zou stoppen, dan moeten we op zoek naar een andere grote geldschieter. We staan nu met onze World Cup dus in principe nog tot en met 2024 op de kalender.

 

 

FB: Wat vind jij van het UMB systeem van deelnemen aan een World Cup? Dus een groep van geplaatste spelers, van spelers die vanwege hun ranking voorkeur krijgen om in te schrijven, iets meer dan 20 spelers uit het land zelf en voor een grote groep van onbekende biljarters: wie het eerst inschrijft, krijgt voorrang. Daardoor ontstaat er zelfs nog een reservelijst van zo’n 80 tot 100 spelers.
Harry Mathijssen: Het werkt perfect, ik zou niet weten hoe het beter zou kunnen zijn. We zijn met 27 Nederlanders op een totaal van 149 spelers die mogen meedoen. Als je de kwaliteit zou willen verhogen, zouden dat best wat minder Nederlanders mogen zijn. Maar ik vind het prima zoals het nu gaat. Het is een heel goed en waterdicht systeem, ook met de wildcards die een organisatie mag uitdelen. De UMB geeft inmiddels ook junioren een kans door kampioenschappen en toernooien te organiseren en doet al veel meer voor het damesbiljarten. Ik kan er geen verkeerd woord over zeggen.

FB: Hoe kijk je kwalitatief naar de World Cup cyclus? In de laatste jaren heeft een aantal topspelers de UMB verlaten voor een lucratiever bestaan bij de PBA. Dat betekent toch een devaluatie voor de World Cups?
Harry Mathijssen: Jazeker is dat een devaluatie, want er zijn een paar supersterren vertrokken. Voor de uitstraling van de World Cups is dat heel jammer en ook voor het grote biljartpubliek dat graag naar dat soort spelers komt kijken. Maar vergeet niet dat we bij de UMB nog heel veel grote spelers hebben gehouden die van een heel hoog niveau zijn. De allergrootste kampioenen zijn de UMB trouw gebleven. Ik heb ook niet het idee dat de PBA nu zo’n enorme impuls geeft aan het mondiale biljarten. Je ziet elk jaar wel weer spelers terugkeren voor wie kennelijk het geld dat ze verdienen niet opweegt tegen het reizen en maandenlang in Korea verblijven. De aankondiging dat de PBA ook Europa zou veroveren, is niet waargemaakt, dus die plannen zijn allemaal niet geslaagd. De commerciële organisaties zoals PBA mogen niet ten koste van UMB toernooien gaan. Het is goed dat de UMB zijn eigen koers blijft varen. Ik geef spelers geen ongelijk dat ze de overastap maken en geld willen verdienen bij de PBA, maar dat er al veel zijn teruggekomen, zelfs al na een of twee jaar, betekent dat ze daar niet zo maar binnenlopen. Het is zoals het is, we hebben er mee leren omgaan. Wat goed is, als gevolg daarvan, is dat de UMB de prijzengelden ook verder heeft opgeschaald. De wereldkampioen verdient vanaf volgend jaar 40.000 euro in plaats van 20.000 dit jaar. Dat zijn mooie verhogingen, al kan het allemaal nog veel beter. Een tennisser die een ATP toernooi wint, krijgt al 200.000 euro. Dat is de helft meer dan het hele prijzengeld van de World Cup in Veghel. We hebben nog veel in te halen op andere sporten dus.

FB: Tenslotte: bestaan er plannen in Nederland om in de komende twee jaar een Wereldkampioenschap driebanden te organiseren?
Harry Mathijssen: Ik mag er eigenlijk nog niet veel over zeggen, maar achter de schermen wordt er met een groepje mensen aan gewerkt. Dat zijn altijd onze ambities geweest: World Cups organiseren en zelfs ook weer een wereldkampioenschap naar Nederland halen. De plannen zijn er, er zijn mensen vanuit het biljarten bij betrokken. Het zou weer voor nieuwe impulsen kunnen zorgen in het Nederlandse biljarten.

 

 

UMB World Cup Veghel infopagina
Bestel tickets via Biljart Evenementen Nederland

 

Tekst: Frits Bakker
Foto's: Ton  Smilde
Poster: Biljart Evenementen Nederland
Foto met Ad Smout: Dirk Acx


 

Driebanden Initiatieven World Cup
Volg ons online